Menu Sluiten

De kloofdichters van Kansrijk Groningen

Kansrijk Groningen is een aanpak binnen het veel bredere armoedebeleid van de gemeente Groningen. Hier vertellen drie opmerkelijke buddy’s over hun bijdrage aan Kansrijk Groningen. Want een directeur, een afdelingshoofd én een wethouder zijn ook buddy. Zij vertellen uitgebreid over hun beweegreden en de noodzaak van deze aanpak.

Aissa Allaui, directeur van de Directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO) en buddy.

“Ik was vroeger arm, maar ik heb niet in armoede geleefd,” vertelt Aissa Allaui, directeur van de Directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO). “‘Ik kom uit een gezin met zestien kinderen. Er was weinig geld, ons werd geleerd om een bijdrage te leveren aan het gezin. Om elkaar én een ander te helpen. Dat vormt je. Daar krijg je karakter van en het helpt je om op de een of andere manier perspectief, of noem het hoop, te houden. Die hoop heeft mij gebracht waar ik nu ben. Deze ervaringen wil ik via Kansrijk Groningen doorgeven aan iemand die door problemen op meerdere gebieden geen aansluiting vindt bij de maatschappij.”

Kloofdichten
Door het zijn van buddy probeert Aissa de kloof tussen arm en rijk wat te dichten. Desi Ghauharali, Afdelingshoofd contractmanagement is ook buddy, wethouder Eelco Eikenaar is Co-buddy. Ondanks hun overduidelijk volle agenda’s staan zij één jaar lang klaar voor de persoon die zij begeleiden. Hoewel zij misschien niet de meest voor de hand liggende buddy’s zijn, moet hun waarde voor de aanpak niet onderschat worden.

Ervaringskennis
Volgens Marloes de Bie, projectleider Kansrijk Groningen, past de rol die deze drie buddy’s hebben perfect bij de oproep van publicist Tim ‘S Jongers om totaal verschillende werelden dichter bij elkaar te brengen. ‘S Jongers houdt zich al jaren bezig met armoede. Zelf heeft hij aan den lijve ondervonden wat leven in armoede betekent. ‘S Jongers ziet een duidelijke verdeling tussen de mensen met hoop en de mensen zonder hoop. In een lezing gaf hij aan hoe deze kloof te overbruggen is: Volgens mij (Tim) is de kloof tussen mensen met hoop en mensen zonder hoop te overbruggen door ervaringskennis een prominentere plek te geven in de vormgeving en uitvoering van beleid. Dat veronderstelt echter wel dat we elkaar weer ontmoeten. Niet kort, door de rituele inleiding van een ervaringsdeskundige op een congres of een symposium, maar langdurig, als vast bestanddeel van een gekozen probleemaanpak.

Marloes de Bie, projectleider Kansrijk Groningen
Meerwaarde
Volgens Marloes de Bie, projectleider Kansrijk Groningen, kenmerkt het citaat van ‘S Jongers precies de meerwaarde van Aissa, Desi en Eelco. “Met de ervaringen die zij opdoen helpen zij de deelnemer om aansluiting te vinden bij de maatschappij, maar daarnaast helpen zij de organisatie om armoede beter te begrijpen. Het zijn immers deze bestuurders die het armoedebeleid medebepalen en uitvoeren. Marloes is er dan ook ontzettend trots op dat ‘S Jongers Kansrijk Groningen op een positieve manier benoemt in zijn nieuwe boek ‘Armoede uitgelegd aan mensen met geld.’ dat in mei verschijnt.

Eelco Eikenaar Wethouder en co-buddy

Ik ben niet beter
“Kansrijk Groningen is een bijzonder én zeer aansprekend project binnen de brede aanpak armoedebestrijding van de gemeente Groningen”, vertelt Eelco. Zelf is hij co-buddy. “Binnen de taken die ik als wethouder heb, lukt het mij niet om volledig buddy te zijn, maar als co-buddy probeer ik mijn deelnemer met veel toewijding bij te staan. “Ik vind het vooral opvallend dat veel mensen die in armoede leven zich heel klein voelen. Dat is heel begrijpelijk. De manier waarop mensen die leven in armoede leven worden behandelt is soms verre van respectvol. De samenleving maar vooral de politiek heeft de afgelopen jaren veel te hard geoordeeld. Eigen schuld, was de gedachte maar dat oordeel ontneemt mensen alleen maar eigenwaarde en maakt ze afhankelijk. Dat onze maatschappelijke posities zo enorm van elkaar verschillen heeft ook met een behoorlijke dosis geluk te maken. Omdat ik toevallig wethouder ben, betekent dat niet dat ik beter óf groter ben. Het bestaan van deze verschillen zie ik als een groot maatschappelijk probleem.”

 

Idealen
“En dat is precies waar mijn drijfveer vandaan komt, mijn idealen. Ik ben overtuigd van het feit dat er iets moet veranderen binnen onze maatschappij als het om armoede gaat. Dit heb ik mijn hele leven al gehad en dat is ook de reden dat ik lid ben geworden van de Socialistische Partij (SP). Ondanks dat ik zelf nooit echt in armoede heb geleefd, probeer ik mij tot achter de komma te verplaatsen in de mensen die dat wel doen. Ik lees veel maar ga vooral veel in gesprek met mensen die in armoede leven. Dat heb ik gedaan als gedeputeerde met de slachtoffers van de gaswinning en doe ik nu als wethouder armoedebestrijding. Juist omdat ik niet tegen onrecht kan, wil ik begrijpen om er vervolgens wat aan te veranderen.”

Gemotiveerd
“Als je bij de gemeente werkt, en dan vooral bij een directie als DMO, moet je eigenlijk al heel erg gemotiveerd zijn om mensen te helpen, dat geldt voor een beleidsmedewerker, iemand in de uitvoering, maar ook zeker voor de directeur”, begint Aissa, als hem gevraagd wordt naar zijn drijfveren om Buddy te worden. “Binnen onze directie geldt het motto dat we met plezier van betekenis zijn. Dat doen we mensgericht, door ons te verplaatsen in de mensen die we willen helpen. Het zijn van buddy biedt een uitgelezen kans om daadwerkelijk iets voor iemand te doen. Ze zeggen weleens: als je één iemand helpt, dan help je de hele wereld. Dat vind ik echt zo’n mooie gedachte. Kansrijk Groningen is uiteraard maar één van de vele belangrijke initiatieven binnen DMO. Ik hoop dat we de vorm van deze individuele aanpak ook bij andere projecten in kunnen zetten.”

Vriend
“Ik kan wel zeggen dat ik inmiddels een goede band met mijn deelnemer heb, vertelt Aissa. “Ik ben hem zelfs mijn vriend gaan noemen. Een jaar lang ben ik beschikbaar voor hem geweest. We bellen geregeld en via mijn netwerk is hij aan het werk gekomen. Het klopt natuurlijk dat dit nu maar om één persoon gaat. Ik ben mij er zeker van bewust dat ik in mijn functie als directeur van DMO door deze ervaring uiteindelijk meer mensen in soort gelijke posities kan helpen. Wij ervaren nu uit eerste hand waar mensen in deze situatie tegenaanlopen. Dus het is ook echt een check van doen we de juiste dingen van bij de gemeente.”

Desi Ghauharali, Afdelingshoofd contractmanagement

Iets terug doen
Desi knikt instemmend. “Opeens ondervind je eens zelf hoe ingewikkeld het systeem kan zijn. Mijn deelnemer heeft bijvoorbeeld moeite met de Nederlandse taal en overzicht bewaren, durfde brieven niet meer te openen en raakte in de schulden. Hierdoor heeft hij een paar brieven gemist over het ontbreken van gegevens voor zijn inburgering. Door het missen van allerlei brieven hierover kwam hij nog verder in de problemen en nam zijn schuld plotsklaps toe met zevenduizend euro. Als ik dan samen met hem naar een organisatie bel waarbij hij een schuld heeft, hoeveel moeite het kost om door het keuzemenu te komen en de juiste informatie boven water te krijgen denk ik wel eens van: dit moet echt makkelijker kunnen. Ik weet dat ik het systeem niet direct kan veranderen, maar het zet je wel aan het denken. Hoe gaat dit bij ons en wat kan er beter?”

Onder de indruk
Desi is onder de indruk van wat hij meemaakt als buddy. “Het individuele aan deze aanpak is zo belangrijk”, benadrukt hij. Toen wij vanuit Suriname naar Nederland kwamen hadden we het niet breed. Je bent dan heel blij als er hulp geboden wordt. In plaats van dat je alles zelf uit moet zoeken. Uiteindelijk ben ik uitstekend terecht gekomen. Juist dat is voor mij een belangrijke drijfveer. Ik heb in mijn leven enorm veel kansen gekregen waar ik dankbaar voor ben. Hierom wil ik graag iets terug doen. Hoe mooi is het als ik met mijn ervaring iets kan betekenen voor een ander en tegelijk leer hoe ons beleid uitpakt in de werkelijkheid.”

Wederkerigheid
Eelco ziet de wederkerigheid als een belangrijk voordeel van zijn actieve betrokkenheid bij juist dit project. “Wij helpen deelnemers waar we kunnen, maar de deelnemers helpen ons ook. Juist door zo met de voeten in de klei te staan en niet over de mensen te praten maar mét de mensen gaan wij als organisatie steeds beter begrijpen wat armoede is.” De wethouder raakt hier aan de kern van wat ‘S Jongers het fundamentele probleem van armoedebestrijding in Nederland vindt. Doorgaans wordt armoedebeleid niet gemaakt door mensen die zelf arm zijn, maar door academisch geschoolde beleidsmakers die veelal wonen in de betere buurten. Volgens ‘S Jongers is het niet zo dat je alleen armoedebeleid kunt maken als je zelf arm bent. Er is alleen één ‘maar’ je moet namelijk wel met elkaar het gesprek aan gaan. Kansrijk Groningen is een mooie manier om dat te doen.

Waarborgen

Over de kwaliteit van een individuele aanpak is iedereen het wel eens. Hoe waarborg je deze aanpak als steeds meer mensen het nodig gaan hebben? Wat als de werkloosheid weer gaat stijgen en de er weer een aanzienlijke economische crisis komt? Marloes heeft er vertrouwen in dat deze aanpak dan ook zal blijven bestaan. “Eigenlijk staan we aan het begin van een beweging waarin de deelnemers van nu, de buddy’s van morgen worden. Op die manier zorgen we ervoor dat er steeds meer buddy’s zijn. Ook roepen we natuurlijk collega’s op om buddy te worden. Juist hen hebben we nodig om armoede beter te laten begrijpen en zodoende beter armoedebeleid te ontwikkelen”, besluit Marloes.